Blog september: Ze zijn gegroeid, onze vier kleine schaapjes. Sophie is nog net zo eigenwijs als toen ze kwam. Ze is het hoofd van het ‘gezin’. Zij bepaalt waar ze naar toe gaan en zij is zeker de baas wat de voederbak betreft.
We hebben ze zien groeien de afgelopen tijd. Olivier bleef lange tijd de kleinste, maar ook hij zit nu in een groeispurt. Lancelot is inmiddels net zo groot als Lara.
Heel de zomer hebben ze met z’n viertjes in de ‘weide’ op het talud gestaan. Omdat het gras daar niet geheel toereikend was heb ik ze bijgevoerd. Het is een warme zomer geweest en aan het einde van het hoogseizoen stond er geen groen grassprietje meer overeind. Gelukkig begon op andere plaatsen het gras weer wat te groeien. Dus tijd om ze te verplaatsen. Een hele happening want, wat zijn schapen eigenwijs. Bij ieder groen grassprietje blijven ze staan om vervolgens net een andere kant op te lopen dan dat ik had uitgedacht. Ik vraag me oprecht af hoe een schaapsherder dat doet.
Ik probeer ze te lokken met heerlijke brokken, maar ook dat blijkt lastig, logisch, het gras is veel groener en dus lekkerder. In mijn eentje blijkt het geen doen om ze te verplaatsen naar een andere plaats op de camping. Maar ja, ook ik blijk eigenwijs en probeer het zo nu en dan toch. Om vervolgens heel hard HELP te roepen en het noodnummer te bellen. Daniëlle, de eigenaresse van het noodnummer en onze zomerhulp komt snel te hulp. Samen met haar lukt het dan toch om ze in de nieuwe ‘tijdelijke’ weide te krijgen.
Op een afgezet (met schapenhek onder spanning) stukje kampeerterrein staan ze een tijdje tegenover ons huis. Om het olijke viertal ook een ‘comfortzone’ te geven, zet ik de kar, speciaal voor hun getimmerd, erbij. Dit was in de zomer vaak hun schuilplaats tegen de felle en warme zonnestralen, ze lagen er dan lekker onder in de schaduw.
Ze vinden het groene gras heerlijk en toch mekkeren ze meer dan normaal. Ook slapen ze niet in de kar zoals ze in de caravan wel deden. Jaja, ze hebben een heuse kipcaravan tot hun beschikking in hun eigen zomerverblijf. Totdat het gaat plenzen van de regen, dan maken ze gelukkig dankbaar gebruik van m’n ‘doe het zelf project’, de schapenkar.
Het mekkeren houdt wel stand, blijkbaar is dit niet een fijn plekje voor ze. Dan maar terug naar hun eigen weide, deze keer laat het hek open en zet direct daartegen aan het schapenhek. Nu hebben ze een extra grote plaats. Dat blijkt ze prima te bevallen.
En toch wordt daar nu ook het gras korter en korter en zullen ze toch nog een keer moeten verkassen. Tja het leven van een schaap valt niet mee.